Fysische eigenschappen van potgrond

Wat zijn fysische eigenschappen?

Fysische eigenschappen zijn alle eigenschappen die worden beïnvloed door de ruimtelijke opbouw van de potgrond en het soort materiaal.

 

Deze eigenschappen zijn erg belangrijk omdat ze informatie geven over hoe een plant hierin (goed of slecht) kan wortelen, hoe water te geven en of de geschiktheid voor bepaalde toepassingen. De belangrijkste parameters bij potgrond zijn vochtgehalte, organisch stofgehalte, dichtheid van de vaste fase, bulkdichtheid, poriën, krimp, de water/luchtverhouding, het watergetal, de opzuigkarakteristiek en tenslotte de fractieverdeling.

Vochtgehalte

Het vochtgehalte geeft aan hoeveel vocht er in een potgrond aanwezig is. De methode om het vochtgehalte te bepalen wordt door professionele bedrijven gedaan in een laboratorium. Er wordt dan verse potgrond teruggedroogd bij 105 graden Celsius. Hierdoor verdwijnt al het vocht en wordt het vochtgehalte bepaald door de twee monsters te wegen. Het verschil is het vochtgehalte, uitgedrukt als percentage van het versgewicht. Het vochtgehalte is een zeer belangrijke parameter omdat veel potgronden nog bestaan uit veen. Veel veensoorten hebben de eigenschap om irreversibel in te drogen. Dit betekent dat wanneer het veen indroogt, het heel erg slecht weer water gaat opnemen. Wanneer u bijvoorbeeld uw planten water geeft in de bloembakken, dan "loopt" het water er als het water af van de potgrond. De potgrond kan niet het water opnemen omdat het veen irreversibel (onomkeerbaar) is ingedroogd.

Organisch stofgehalte

Deze parameter geeft aan welk deel van de potgrond organisch is. Voor de bepaling van het organisch stofgehalte wordt een gedroogde potgrond (105 graden Celsius) in een oven geplaatst bij 600 graden Celsius. Bij deze temperatuur verbrandt het organische stof en blijft alleen het as (minerale delen) over. Voor berekening van het porienvolume is de organische stoffractie en asfractie van belang.

Vaste fase

Met de vaste fase bedoelen we hoeveel droge stof aanwezig is in de potgrond. Bij de potgrondfabrikanten worden deze waarden gebruikt: gemiddeld 1550 kg per m3 en voor minerale delen een gemiddelde van 2650 kg/m3.

Bulkdichtheid

Onder bulkdichtheid wordt verstaan het drooggewicht van een product in kg per m3. Bij de meeste potgrondbedrijven wordt de bulkdichtheid bepaald in het laboratorium waarbij een cilinder wordt gevuld met potgrond.

Poriën

Het woord poriën is een ander woord voor holtes. De poriën bevatten water of lucht in een potgrond. Sommige materialen hebben gesloten poriën. Denk hierbij aan perliet en kleikorrels. Dit zijn dus poriën die NIET in verbinding staan met de buitenlucht. Van perliet bijvoorbeeld is ca 8% van het berekende porienvolume gesloten. Bij potgronden die perliet, puimsteen en kleikorrels leidt het alleen berekenen van het poriënvolume tot een overschatting van het luchtgehalte. De gesloten poriën bevatten wel lucht, echter deze holtes zijn niet bereikbaar voor de wortels. 

Krimp

Het woord krimp zegt het eigenlijk al, het is het volumeverlies van een potgrond. Met name zwartveen kan krimp geven wanneer het niet goed doorvroren is geweest. Potgronden geven normaliter een krimppercentage van 15 - 35%. 

Water- en luchthuishouding

De water- en luchthuishouding wordt bepaald bij verschillende drukhoogten. Dit wordt gedaan door een zogenaamde pF-bak. De hoeveelheid water en lucht wordt bij potgrond voornamelijk bepaald door de grootte van de porien. Naar mate de porien fijner worden, is de capilaire kracht waarmee water wordt gebonden groter. Grotere porien zullen door een geringe capillaire kracht geen water binden en met lucht gevuld blijven. Als planten water opnemen uit de potgrond, dan zal dat in eerste instantie water uit d egrootste porien worden opgenomen omdat dit water door de geringe bindingskracht gemakkelijk beschikbaar is. De kracht waarmee water in een potgrond gebonden is wordt drukhoogte genoemd. Dit is een maat voor de kracht die een plant moet uitoefenen om water gebonden in de porienstructuur op te nemen.

Watergetal na indrogen

Het watergetal na indrogen geeft weer hoeveel water een luchtdroog veenmateriaal na indroging kan vasthouden. Het watergetal na indrogen is een belangrijk kwaliteitscriterium voor ruw veen. Het geeft namelijk informatie over de mate van vertering van veen. Voor zwartveen geeft het een aanwijzing voor de mate waarin het veen doorvroren is.

Opzuigkarakteristiek

De opzuigkarakteristiek geeft de snelheid weer waarin potgrond vanuit droge toestand water opneemt middels capillaire werking. Er wordt bepaald hoe snel een luchtdroog monster water opneemt uit een klein laagje water. Materialen verschillen sterk in de snelheid waarmee ze water kunnen opnemen. Kokosgruis en klei nemen snel water op, althans sneller dan witveen en tuinturf.

Fractieverdeling

Bij veen is er een sterke relatie tussen het gehalte fijne deeltjes  (<1 mm) en het luchtgehalte van veen. Het luchtgehalte in potgrond wordt niet bepaald door een hoog gehalte grove delen, maar door de afwezigheid van de fijne fractie (<1 mm).

Bron: met dank aan RHP cursus
Terug naar blog

GA DIRECT NAAR DE PRODUCTEN UIT DIT ARTIKEL